Oeps maal twee

Vorige week kreeg ik telefoon van Tine van Bielebale. ‘Dag Tine,’ zei ik vrolijk. ‘Het is Dieter,’ klonk het sip. Oeps. Als hij met Tine’s toestel belt, kan ik dat niet weten hé. Dieter vroeg of ik kon komen helpen met het in orde maken van de kamers voor een nieuwe groep vakantiegangers. Graag!

Vandaag fietste ik er gezwind naartoe. Op vrij droge wijze arriveerde ik er, alhoewel een beetje regen voor een kleine aftekening zorgde op mijn lichtblauw sport-T-shirt. Niet de moeite om een plaatselijk T-shirt met Bielebale-embleem (waar ik niet op mag strijken!) aan te trekken.




Christine, met wie ik graag af en toe lach en zwans en die net als ik gebruik maakt van een of meer hoorapparaten, zei me met mondmasker en al dat ze straks een kieken gaat halen om in huis te nemen. Dat vind ik fijn, zei ik, want dan heeft ze binnenkort eitjes. Hè? Eitjes? Ze zette het mondmasker even af om duidelijk te articuleren dat ze een kitten ging halen. Oeps!


Het bedden dekken verliep vrij onhandig, vooral bij de bovenste stapelbedden, waarvan ik de hele matras naar beneden haalde om het hoeslaken eromheen te slaan.


Toen dat achter de rug was, heb ik de afwas en een deel van de strijk gedaan. Ik kon het niet laten :-) Die ijzertjes aan de afvoer van de twee  gootstenen hadden al een hele tijd geen sponsje over zich heen gekregen. Zo vies dat die waren! Nu kunnen ze er weer even tegen.


Toen ik aan Tine voorstelde om de postbussen te legen, vond ze dat een prima idee, want het was lang geleden. Allemaal post voor kinderen uit de groep die aan het vertrekken was. Ik heb de hele stapel nog aan de leiding kunnen geven.
’t Was nog net op tijd, zeiden ze. Hier dus net geen ‘oeps.’


Reacties