Als ik mama bel, staat ze juist bij de bakker. Niet voor zoetigheden. Wel voor brood. Ons gesprek is dus korter dan gewoonlijk.
Op de middag stap ik zelf monter naar de bakker, zonder bril en zonder hoorapparaat (freedom) maar mét mondmasker (caution), voor een donker gesneden brood en een kleine smos met kaas. Ik betaal met de bankkaart en zeg deze keer niet al juichend ‘ik heb gewonnen’ waar meteen de bakkerin gebruik van maakt om vriendelijk ‘ge hebt gewonnen’ te zeggen. Heerlijk :-)
Manlief en ik begeven ons naar de Colruyt voor de wekelijkse aankopen. Daar heb ik dan iets te veel commentaar op een ander en veroordeel ik een dame die een winkelkar opeist voor slechts twee flessen olie.
Laat ik er een werkpunt van maken om andere knosselkoppen niet luidop te becommentariëren! ’t Is veel nuttiger de aangekochte koopwaar netjes op te bergen, waarbij ik de ‘oude’ appel graag laat omringen door zes nieuwelingen.
Reacties
Een reactie posten